Het beleidsplan heeft niet het eerste of het laatste woord. Dat heeft de Bijbel, Gods onfeilbaarWoord. De bestaansreden en het bestaansrecht van onze gemeente ligt in God, Die Zijn kerk vergadert, voedt, beschermt en onderhoudt.

In dit perspectief gezien kan een beleidsplan een nuttig hulpmiddel zijn voor het bestuur van de gemeente en ten dienste van de gemeente. Het gaat dan om het verwoorden van de visie op de gemeente, standpunten over concrete onderwerpen, en nieuwe ontwikkelingen. Het verwoorden van deze zaken in een beleidsplan komt ook de continuïteit en de overdracht ten goede bij wisselingen binnen de kerkenraad.

De samenkomst in de zondagse erediensten is het centrum van het gemeente zijn en de prediking van Gods Woord is het hart van de eredienst. Het beleidsplan bestaat uit verschillende hoofdstukken na de Inleiding en Preambule volgende hoofdstukken: 2 Gemeente, 3 Kerkenraad, 4 Eredienst, 5 Sacramenten, 6 Pastoraat, 7 Vorming en toerusting, 8 Zending en evangelisatie, 9 Diaconaat, 10 Kerkbeheer en 11 Tenslotte, als laatste hoofdstuk.

Bij de uitwerking van de verschillende onderwerpen hebben de volgende algemene overwegingen als leidraad gediend: Het beleidsplan gaat zeker niet alleen over de nieuwste ontwikkelingen en zich aandienende veranderingen. Het beleidsplan beoogt ook het sinds jaar en dag onder ons geldende beleid te verwoorden. Beleidsvoornemens naar de toekomst worden apart vermeld; Het beleidsplan is gericht op hoofdlijnen en hoofdzaken. Een beleidsplan is niet geschikt om allerlei praktische uitwerkingen tot in detail te regelen. Niet alleen veranderen dit soort zaken veelvuldig, het zou ook ten koste gaan van de leesbaarheid van het beleidsplan. Toch blijft het niet bij algemeenheden; de nodige vraagstukken waarover in het verleden aparte besluitvorming heeft plaatsgevonden zijn in dit beleidsplan opgenomen uit oogpunt van duidelijkheid; Veel zaken zijn kerkordelijk geregeld en hoeven strikt genomen niet in het beleidsplan te worden behandeld. Ter wille van de leesbaarheid van het beleidsplan zijn deze zaken op veel plaatsen toch in de beschrijving meegenomen; Naast het beleidsplan kennen we ook nog een plaatselijke regeling.

Aan het begin van deze inleiding is reeds vermeld wat we van dit beleidsplan mogen verwachten. Ook voor dit beleidsplan geldt het woord van Psalm 127: “Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden de bouwlieden hieraan.” In afhankelijkheid van Zijn onmisbare zegen mag dit beleidsplan dienstbaar zijn aan de instandhouding en verdere opbouw van Zijn gemeente.